Annet Ithungu: ‘Wat mannen kunnen, kunnen vrouwen beter’
Annet Ithungu is in Karugaya, Oeganda, voorzitter van het watercomité. Ze neemt ons aan de hand in dit verhaal over water, klimaatverandering en gendergelijkheid.
Tekst door Marc Broere Vice Versa. Foto's door Mark Williams Wasswa
Als voorzitter van het watercomité is Annet Ithungu een van de leiders in haar dorp. Vroeger was ze heel verlegen, nu reiken haar ambities steeds verder en motiveert ze andere vrouwen uit haar gemeenschap. ‘Ik laat ze zien dat een vrouw een organisatie kan leiden en dat je positieve impact kunt maken, zonder dat er mannen bij betrokken zijn.’ Een reportage.
Het Rwenzori-gebergte schittert in de zon – de bijnaam Mountains of the Moon is goed gekozen. We zijn in het westen van Oeganda, niet ver van de grens met Congo, in het dorp Karugaya. Het telt zevenhonderd inwoners, verspreid over zo’n honderd huishoudens. Het oppervlak is groot: ‘Helemaal tot achter die heuvel’, zegt Annet Ithungu, terwijl ze met haar wijsvinger naar de verte wijst.
We worden door haar en de drie andere leden van het watergebruikerscomité ontvangen. Ook de lokale bestuurder is aanwezig. Ons bezoek heeft een reden: er was een probleem in het dorp en nu is er een oplossing, waarin Ithungu als voorzitter van het comité een cruciale rol speelt.
Terwijl we een wandeling door een deel van het dorp maken, vertelt ze over de samenstelling van de gemeenschap: ‘De meeste mensen zijn landbouwers, ons voornaamste product is koffie – ieder huishouden heeft wel koffiestruiken. Verder worden er bonen, aardappelen, cassave en yam verbouwd. Het basisvoedsel is cassave en Ierse aardappelen.
Wil jij het laatste nieuws, updates en verhalen van krachtige vrouwen als Annet ontvangen?
Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.
Geen enkel toezicht op de waterbron
‘Matoke (de bakbanaan die in het grootste deel van Oeganda nagenoeg dagelijks wordt gegeten, red.) komt hier amper voor, omdat de structuur van de grond er niet gunstig voor is. Daarnaast hebben mensen nog wat dieren, zoals geiten en kippen. De meesten wonen hier al heel lang en het is land van hun voorouders.’
Toegang tot water is hier essentieel: om te kunnen drinken, te kunnen wassen en om het land te besproeien in deze tijd van ongelijkmatige regenval. De huishoudens zijn allemaal van één natuurlijke waterbron afhankelijk. Ithungu vertelt dat iedereen evenveel recht op water heeft. ‘Je mag net zoveel gebruiken als je wil, de bron levert voldoende.’
Voldoende water betekent nog niet dat het ook schóón water is. Als we bij de bron aankomen, zegt ze dat tot twee jaar terug mensen hier hun kleren wasten, dat de dieren erin plasten en dat er geen enkel toezicht op was. ‘We hadden veel last van tyfus, wormen en andere watergerelateerde ziekten.’
Drie vrouwen en een man
In 2020 werd het dorp door JESE bezocht, een lokale ontwikkelingsorganisatie uit West-Oeganda die met Simavi samenwerkt. We worden vandaag ook vergezeld door Richard Alituha van JESE; hij is ons op zijn motorfiets vooruitgegaan en is vrijwel elke dag in afgelegen dorpen om samen met de bevolking plannen te bespreken die de leefsituatie kunnen verbeteren.
Daarbij is het de afspraak dat JESE altijd een deel van de kosten inlegt, maar dat de dorpelingen zelf ook een flinke bijdrage leveren – zoals ook met de waterbron in Karugaya is gebeurd, die door een gezamenlijke inspanning een enorme opknapbeurt heeft gekregen.
Richard Alituha kijkt tevreden. Er is ook een stevige brug bij de waterbron gekomen, die de twee delen van het dorp nu veel makkelijker met elkaar verbindt. ‘Toen ik voor het eerst hier kwam,’ zegt hij, ‘kon je hier bijna niet passeren. Het was glad en voor zwangere vrouwen was het heel lastig door een ambulance opgehaald te worden om naar het ziekenhuis te gaan. De brug heeft bovendien geholpen bij het vergroten van de inkomens; nu kunnen de landbouwgewassen veel eenvoudiger door vrachtwagens worden opgehaald.’
Maar vooral is hij tevreden over het watercomité van Karugaya en over de samenstelling van drie vrouwen en één man. ‘De verhoudingen tussen man en vrouw waren van oudsher heel traditioneel’, zegt hij. ‘De toegang tot water, bijvoorbeeld, werd echt als een mannenzaak gezien. ‘Er zijn nog steeds mannen die denken: hoe kan een vrouw commando’s geven en beslissingen nemen? Daarom willen we binnen onze projecten veel verhalen vertellen over vrouwen die het goed doen, zoals dit watercomité in Karugaya en de taak die Annet in de gemeenschap vervult.’
Annet Ithungu lacht. ‘Ons motto is: wat mannen kunnen, kunnen vrouwen nog veel beter.’ Alituha knikt. ‘Niet alleen hier, maar ook in andere dorpen is het onze ervaring dat vrouwen loyaler en betrokkener zijn als ze zich ergens aan committeren.’
De waterput ‘gerehabiliteerd’
En dat doet Annet Ithungu als voorzitter van het watercomité. We nemen onder schaduwrijke koffiestruiken plaats om met haar verder te praten. Ze heeft haar jongste dochter op schoot genomen, die Beyoncé heet en naar haar favoriete zangeres is vernoemd. Ithungu vertelt dat ze zeven kinderen heeft.
Alvorens ons met haar alleen te laten, wil Alituha graag nog iets over haar zeggen: ‘Deze gemeenschap gelooft echt in haar; Annet heeft de ijver en geestdrift om hier verbetering te brengen. Dit watercomité is opgericht door de gemeenschap zelf, die de meest betrouwbare en betrokken bewoners voor de leiding uitzoekt.
‘Er zijn twee leiders in het dorp: de politieke en de voorzitter van het watercomité, vanuit de gemeenschap. Die twee vullen elkaar goed aan. Annet heeft daadwerkelijke leiderschapskwaliteiten èn het geduld met mensen om te gaan en problemen op te lossen.’
Ze laat de complimenten met een glimlach over zich heen komen en herhaalt nog eens het verhaal dat ze al eerder heeft verteld: over hoe er vroeger veel ziekten rondom de waterbron voorkwamen en dat het water vies was, over hoe de gemeenschap samen met JESE de waterput heeft ‘gerehabiliteerd’ en hoe ze daar toen als bewoner van het dorp aan meedeed. ‘Je kon mij altijd bij de waterput vinden.’
En over dat de gemeenschap haar unaniem als voorzitter van het comité voordroeg en ze dat eerst met haar man besprak. ‘Hij vond het ook een goed idee en heeft me altijd ondersteund’, zegt ze. ‘Hij moedigt me nog steeds aan en ziet ook dat het watercomité een positieve impact op ons gezin heeft – onze kinderen zijn al heel lang niet meer ziek geweest.’
Ook vindt ze het logisch dat er meer vrouwen dan mannen in het comité zitten. ‘Ze maken meer gebruik van water dan mannen. Wie kookt er, wie wast de kinderen? Wie wast de kleding? Precies. Daarom kijken vrouwen altijd hoe het met het water gesteld is; zij zien het eerder als het weer vervuild dreigt te raken of als er andere problemen rondom de waterbron zijn.’
Ithungu geeft op haar eigen manier invulling aan het voorzitterschap. Ze mobiliseert mensen voor vergaderingen en is met een spaargroep gestart voor een fonds waaruit ze reparaties voor de waterbron kunnen betalen. Elk huishouden legt duizend shilling per maand in (ofwel: 25 eurocent).
Daarnaast fungeert ze ook als een soort wetshandhaver: wie een overtreding rond de waterbron begaat, krijgt een boete van twintig- tot dertigduizend shilling. Als je kleren bíj de bron wast, bijvoorbeeld, of als je vee eruit laat drinken, je kinderen erin laat urineren. Sowieso is het kinderen van jonger dan twaalf niet toegestaan zich bij de waterbron op te houden. ‘Mensen die de boete niet kunnen of willen betalen,’ zegt Ithungu, ‘krijgen een alternatieve straf, zoals graafwerk of het aanvegen van het terrein rondom de bron.’
Klimaatverandering is een grote uitdaging
Een van de uitdagingen is klimaatverandering. Samen met de overheid praten Ithungu en haar dorpsgenoten over het aanplanten van nieuwe bomen. Tussen juli en augustus heeft het nauwelijks geregend in het gebied en was de stroom uit de waterbron ook kleiner. ‘Dan ligt vervuiling altijd weer op de loer’, zegt ze.
‘Een harde stroom zorgt ervoor dat chemicaliën ook uit de bron gespoeld worden en wegdrijven. Watergerelateerde ziekten komen vooral in droge perioden voor. Nu moeten we soms ook water gebruiken voor de irrigatie van onze gewassen, terwijl er vroeger altijd voldoende uit de lucht viel.’
Training in genderlijkheid en inclusie
Net als in andere dorpen heeft JESE ook in Karugaya training in gendergelijkheid en sociale inclusie gegeven. ‘Dat was hard nodig, want de vrouwen doen het meeste werk op de velden, terwijl mannen het leeuwendeel van de opbrengsten tot zich nemen. Inmiddels beheren de vrouwen het geld en gaan ze zelf met hun producten naar de markt.’
In het begin kwamen er maar weinig mannen naar de training, ‘maar dat wàt besproken werd, verspreidde zich langzaam als een olievlek door het dorp’, zegt Alituha. ‘Ze gingen terug met goede verhalen – daarom zei ik net al dat het vertellen van verhalen zo van belang is.’
Ithungu en Alituha hebben er zichtbaar plezier in om oude herinneringen op te halen. ‘In het begin was het een verhit debat, omdat sommige mannen alleen maar de baas willen zijn’, zegt Ithungu.
‘Inderdaad,’ reageert Alituha, ‘de gedragsverandering is bepaald niet in één dag gebeurd…’ ‘Richard zei al dat een positieve insteek belangrijk is’, vervolgt Ithungu. ‘Je moet mannen laten zien dat het ook in hun eigen voordeel is om vrouwen meer erbij te betrekken – dan kunnen mannen weer andere dingen doen, zoals het zoeken naar schoolgeld voor hun kinderen. Voor het opbouwen van een gezonde gemeenschap is het een noodzaak dat vrouwen participeren.’
‘Dan houden de mensen vanzelf van je’
Ze zegt ook van haar positie te genieten en erop te reflecteren. ‘Mijn grote ambitie is dat ons dorp beter wordt. Ook ben ik mezelf steeds meer als een leider gaan zien en kan ik andere vrouwen motiveren door wat ik doe. Ik laat ze zien dat een vrouw een organisatie kan leiden en dat je positieve impact kunt maken, zonder dat er mannen bij betrokken zijn.’
Nou, ‘behalve hij dan’, zegt ze lachend als ze op het enige mannelijke lid van het comité wijst: Ezira Bulemu, die als secretaris de notulen van de vergaderingen maakt. Hij reageert direct: ‘Ik maak me er geen moment zorgen over, dat ik de enige man ben, want vrouwen weten altijd precies wat ze doen.’ Om eraan toe te voegen: ‘Als vrouwen het over werken hebben, doelen ze ook echt op business. Ze zijn zo hardwerkend en dat is heel motiverend.’
Voor haar eigen ontwikkeling is het voorzitterschap goed, zegt Ithungu. ‘Ik leer er dagelijks van, zoals dat de mensen vanzelf van je houden als je goed leidinggeeft. Ik was heel verlegen, vóórdat ik ermee begon. Een paar jaar geleden zou ik nooit tegenover jullie hebben durven zitten om een interview te geven – nu kan ik zelfs zonder zenuwen een heel dorp toespreken en namens de hele gemeenschap beslissingen nemen.’
De komende drie jaar is ze nog voorzitter van het watercomité, daarna wil Annet Ithungu een stapje hogerop. ‘De tijd dat vrouwen over het hoofd werden gezien bij het invullen van belangrijke posities is nu gelukkig voorbij’, zegt ze. ‘Overal in de regio zie ik dat vrouwen goed terechtkomen. Dat ambieer ik ook, ik wil over een paar jaar een leider op een hoger niveau zijn. Met de ervaring die ik nu heb opgedaan, durf ik me ook kandidaat te stellen voor een politieke functie.’
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Vice Versa.