Een recente opname van de Hubble-ruimtetelescoop toont een ongewone structuur rond de interstellaire bezoeker 3I/ATLAS. In plaats van de gebruikelijke chaotische coma en naar achteren gerichte stof- en ionenstaarten, toont de opname een zeer symmetrische, bijna bolvormige halo met een scherpe, smalle uitloper die recht naar de zon wijst. Dit zonwaartse object — een zogeheten anti-tail — is zowel in vorm als in positie opvallend precies en roept belangrijke vragen op over de samenstelling en dynamica van dit object.
Wat laat de Hubble-opname zien?
De opname werd gemaakt met de Wide Field Camera 3 (WFC3) van Hubble, gebruikmakend van het F350LP-filter op 30 november 2025. Rond de nucleus verschijnt een gladde, bijna perfecte bolvormige gloed die zich uitstrekt tot bijna 40.000 kilometer in alle richtingen. Vanuit deze bol lijkt een smalle, langgerekte uitloper naar de zon toe te wijzen; de lengte van deze zonwaartse structuur komt overeen met ongeveer 60.000 kilometer.
In klassieke komeetmodellen ontstaan staarten doordat vluchtige stoffen sublimeren wanneer ze dichter bij de zon komen, waardoor stof- en ionendeeltjes in naar achteren gerichte patronen worden weggeblazen door straling en zonnewind. Een heldere, coherente lijn van materiaal naar de zon toe past niet in deze standaardverwachting. Toch verschijnt die exacte configuratie in de recente beelden.
Een alternatieve verklaring
Harvard-astrofysicus Avi Loeb heeft voorgesteld dat de zonwaartse uitloper uit geen stof of gas bestaat, maar uit macroscopische, niet-vluchtige fragmenten — vaste stukken die bij het halverwege-punt van de baan (perihelion) zijn losgeraakt. Volgens dit model suggereert de eerder gemeten niet-zwaartekrachtversnelling weg van de zon dat er extra krachten inwerken op 3I/ATLAS die niet alleen door stralingsdruk verklaard worden. Als grotere fragmenten loskwamen tijdens perihelion en vervolgens in een voorspelbare formatie achterbleven, zouden zij op de positie kunnen verschijnen zoals Hubble die vastlegde.
De overeenkomst tussen deze hypothese en de observatie is opvallend: Loebs voorspelling plaatste de fragmenten ongeveer 60.000 kilometer zonwaarts van het hoofdlichaam op de datum van de opname. Hubbles visuele data tonen diezelfde afstand en richting. In astrofysica, waar voorspellingen vaak ruis en onzekerheid bevatten, is zo’n nauwe match zeldzaam en daarom significant.

Consistentie in meerdere waarnemingen
Belangrijk is dat deze anomalie niet alleen in één opname voorkomt. Vergelijkingen met eerdere beelden — zowel van Hubble vóór en na perihelion als door andere instrumenten — tonen herhaalde patronen. Daarnaast wijzen waarnemingen vanuit verschillende platforms, waaronder gegevens gerelateerd aan ESA’s Juice-missie en verschillende grondgebonden waarnemers, op een terugkerende geometrie. Wanneer meerdere, onafhankelijke bronnen hetzelfde gedrag registreren, groeit het bewijs dat het fenomeen structureel is in plaats van toevallig.
- Symmetrische coma: ongebruikelijk regelmatig voor een object dat verwacht wordt onregelmatig gas te ventileren.
- Compacte nucleus: visueel stabiel, zonder duidelijke tekenen van desintegratie in de opname.
- Rechtlijnige stersporen: Hubbles volgbeweging creëert korte, rechte strepen van achtergrondsterren die de rustige baanbeweging van 3I/ATLAS benadrukken.
Deze observaties samen maken duidelijk dat de structuur niet een artefact is van één camera-instelling of één momentopname, maar een terugkerend en ruimtekundig relevant kenmerk van 3I/ATLAS.
Waarom de naderende nadering belangrijk is
De naderende passerende afstand van 3I/ATLAS tot de Aarde op 19 december 2025 biedt onderzoekers een belangrijke gelegenheid. Tijdens die periode zal de helderheid en resolutie van nieuwe opnamen en spectroscopische metingen verbeteren, waardoor men mogelijk meer kan zeggen over:
- De aard en grootte van de zonwaarts geplaatste fragmenten
- Veranderingen in de anti-tail onder verschillende belichtingshoeken
- Eventuele afwijkingen in de niet-zwaartekrachtversnelling en hoe die met tijd verandert
Antwoorden op deze punten kunnen helpen vast te stellen of 3I/ATLAS een samenstelling heeft die afwijkt van bekende kometen en asteroïden, of dat er onbekende processen actief zijn die reageren op zonlicht en andere omgevingsfactoren.
| Kenmerk | Waarde |
|---|---|
| Opnamedatum (Hubble) | 30 november 2025 |
| Coma-radius | ~40.000 km |
| Anti-tail lengte | ~60.000 km zonwaarts |
| Instrument | Hubble WFC3, F350LP-filter |
| Belangrijke datum | 19 december 2025 (naaste nadering) |

Wat onderzoekers zullen zoeken
Tijdens en na de nadering zullen waarnemers zich richten op veranderingen in helderheid, mogelijke verschuivingen van de fragmenten ten opzichte van het hoofdlichaam en spectrale kenmerken die aanwijzingen geven over samenstelling. Als de fragmenten macroscophisch en niet-vluchtig zijn, zou men verschillen verwachten in hoe ze reageren op zonlicht vergeleken met fijn stof of gas. Een voortgezette niet-zwaartekrachtversnelling kan ook duiden op nieuwe fysische processen of op interacties die momenteel niet volledig worden begrepen.
FAQ
-
Wat is een anti-tail?
Een anti-tail is een staartvormige structuur die naar de zon toe wijst, in tegenstelling tot de meer gebruikelijke staarten die van de zon af wijzen. Bij 3I/ATLAS verschijnt deze als een smalle, coherente uitloper.
-
Waarom is de lengte van 60.000 km belangrijk?
Die afstand correspondeert met voorspellingen op basis van een model waarbij macroscopische fragmenten bij perihelion loskomen en een specifieke dynamische positie innemen. De match tussen voorspelling en observatie versterkt de plausibiliteit van dat model.
-
Kunnen deze waarnemingen onze ideeën over interstellaire objecten veranderen?
Ja. Als 3I/ATLAS inderdaad andere materialen of dynamica toont dan bekende cometen en asteroïden, kan dat leiden tot herziening van modellen over samenstelling en reactie op zonnewarmte voor objecten buiten ons zonnestelsel.
De komende waarnemingscampagnes rond de nadering bieden een cruciale kans om deze hypotheses te toetsen. Door meerdere instrumenten en waarnemers te combineren, kunnen onderzoekers hopelijk scherpere antwoorden formuleren over de aard van 3I/ATLAS en over welke processen interstellaire bezoekers kunnen aantonen.