Stel je voor: je kunt minuten van het denken van een muis terugspoelen, de neuronen observeren alsof het een trage film is, en dit alles zonder ook maar één dier aan te raken. Dit klinkt als pure sciencefiction, maar het is nu realiteit. Onderzoekers hebben de hersenschors van een muis nagebouwd in een van de krachtigste supercomputers ter wereld. Dit is meer dan een simpele animatie; het is een cruciaal moment voor de geneeskunde en ons begrip van het brein.

Waarom je dit nu moet lezen? Omdat deze digitale reconstructie ons de sleutels kan geven om ziektes als Alzheimer en epilepsie beter te begrijpen. Het geheim zit hem niet in de grootte van de computer, maar in hoe nauwkeurig de simulatie de échte biologische bedrading nabootst. In de Nederlandse context van ons dagelijks leven, waar we vaak geplaagd worden door gezondheidszorgen, biedt dit een nieuw perspectief op de toekomst van de neurologie.

Het digitale brein in de ‘Fugaku’

In Japan, op een kunstmatig eiland nabij Kobe, staat de Fugaku supercomputer. Deze machine zoemt met een kracht van 400 biljard berekeningen per seconde. Daar binnen hebben wetenschappers 10 miljoen digitale neuronen tot leven gewekt, die elektrische signalen door miljarden verbindingen sturen. Het resultaat? Een volledig digitale muizenhersenschors.

Wat dit zo bijzonder maakt, legt onderzoeker Anton Arkhipov uit, is de biokundige getrouwheid van het model. Ze hebben de cortex laag voor laag, cel voor cel nagebouwd op basis van gedetailleerde biologische kaarten.

  • Je kunt de simulatie pauzeren en terugspoelen.
  • Je kunt individuele synapsen uitvergroten.
  • Het volgt de échte natuurkundige regels van neurale activiteit.

Meer dan alleen een plaatje

Veel kleinere simulaties kunnen patronen produceren, maar om de verkeerde redenen. Dit nieuwe model gedraagt zich als een echt brein omdat het de juiste fysieke wetten volgt. Het is verre van een abstractie; het is een ‘biologisch realistische simulatie’.

Toen de reconstructie draaide, zakte de activiteit niet weg in stilte of chaos. In plaats daarvan stabiliseerde het in ritmes die wij ook meten in levende muizenhersenen. Het is alsof je een trage video hebt van gedachten zelf.

Wetenschappers bootsten oogmuzincortex na: de mogelijkheden zijn eindeloos - image 1

De directe winst: medische doorbraken

Het meest pragmatische voordeel ligt nu in de medische wereld. Denk aan neurodegeneratieve aandoeningen. Als bepaalde celtypen langzaam verdwijnen bij de ziekte van Alzheimer, of als de connectiviteit verandert bij epilepsie, kunnen onderzoekers dit direct in de simulatie invoeren.

Dit is de kracht: ze kunnen zien welk minuscuul verschil plotseling grote gevolgen heeft voor het hele netwerk. Dit biedt vroege doelwitten voor medicatie. Dit is waardevolle, mechanistische informatie die je in levende wezens vaak mist.

Mijn ervaring leert dat we vaak wachten tot symptomen zichtbaar worden. Maar in deze digitale omgeving kunnen we de symptomen zien ontstaan *voordat* ze in de klinische praktijk opgemerkt worden.

De filosofische grens: bewustzijn

Arkhipov gelooft dat dit bewijs van technische haalbaarheid ons uiteindelijk kan helpen diepere vragen te stellen. Waar komen bewustzijn en perceptie vandaan? Als dit model de patronen kan recreëren die met bewustzijn geassocieerd worden, kunnen we testen wat deze patronen in stand houdt.

Arkhipov durft zelfs te suggereren dat puur silicium – niet koolstof – in staat zou kunnen zijn om een denkend, voelend wezen te hosten. Hij ziet geen natuurwet die dit uitsluit.

Maar hier komt het grote 'maar' dat je bij dit soort futuristische claims altijd moet overwegen. Wij, als lezers in Nederland, hechten veel waarde aan het tastbare, aan het 'echte'.

Wetenschappers bootsten oogmuzincortex na: de mogelijkheden zijn eindeloos - image 2

De sceptische noot: is het wel 'jezelf'?

Niet iedereen is zo optimistisch. Peter Coppola beschrijft dit als het centrale probleem: we hebben nog steeds geen definitieve test voor bewustzijn. Hoe weet je zeker dat dit digitale model iets *ervaart*?

Bovendien wijst Coppola op cruciale tekortkomingen in het model:

  • Plasticiteit: Het vermogen van neuronen om te veranderen door ervaring ontbreekt nog.
  • Neuromodulatie: Het chemische afstelsysteem dat de hersenactiviteit beïnvloedt.

Zijn waarschuwing is terecht: biologische complexiteit gedraagt zich zelden als nette code. Een model kan indrukwekkend lijken, maar de essentiële mechanismen nog missen. Zoals statisticus George E. P. Box ooit zei: "Alle modellen zijn verkeerd, maar sommige zijn nuttig."

Wat nu?

Voorlopig blijft het digitale muizenbrein stevig verankerd in het praktische: het bestuderen van ziekten en het testen van medicatie. Het is een brug naar het diepere begrip van het neurale leven.

Als een toekomstige versie van zo’n siliconen exemplaar ooit écht bewustzijn zou tonen, zou dat een wonder zijn. Maar voorlopig is het een extreem krachtige microscoop voor wat we nog niet begrijpen.

Wat denk jij? Als je jouw gedachten kon uploaden naar een computer, zou dat dan nog steeds 'jij' zijn, of slechts een perfecte kopie? We zijn benieuwd naar je mening hierover in de reacties!