We dachten dat we de regels kenden over hoe planeten functioneren. Maar recent bewijs, ontdekt door de James Webb-telescoop, gooit dit zomaar overhoop. Astronomen hebben voor het eerst met zekerheid een atmosfeer gevonden rond een rotsachtige exoplaneet, een ‘superaarde’ die volgens de huidige modellen zo’n laag niet zou mogen bezitten.
Dit is geen verre nevel; dit is een directe uitdaging voor wat we dachten te weten over formatie van planeten. Het gaat om TOI-561 b, een wereld die zich op 280 lichtjaar afstand bevindt en die de grenzen van onze theorieën oprekt.
De vreemde wereld die niet zou mogen bestaan
TOI-561 b is een ‘supertie’ – groter dan de aarde maar kleiner dan Neptunus – en staat bekend als een exoplaneet met een zeer korte omlooptijd. Denk even mee: onze aarde doet 365 dagen over één rondje om de zon. TOI-561 b doet dit in slechts 11 uur. **Dat is een jaar dat korter is dan een dag op onze werkplek.**
Dichtbij de ster, maar toch een jas van gas
Het probleem is dat deze planeet extreem dicht bij zijn ster draait. Volgens de geldende wetenschappelijke consensus zouden planeten die zo dicht om hun ster cirkelen, door de intense hitte hun atmosfeer allang moeten zijn kwijtgeraakt. Vooral rotsachtige planeten.
Maar JWST heeft het tegendeel bewezen. Er is een dikke laag gassen aanwezig, mogelijk zwevend boven een oceaan van magma. Dit roept direct de cruciale vraag op: hoe kan dit?

Het magma-oceaan mysterie
Als je zo dicht bij de ster staat, wordt de dagzijde onvoorstelbaar heet. Wetenschappers hadden berekend dat de temperatuur op de verlichte kant rond de 2.700 graden Celsius moest liggen als de planeet kale rots was.
De metingen van Webb lieten echter een verrassing zien: de temperatuur kwam uit rond de 1.800 graden Celsius. Dat is nog steeds extreem heet – heter dan de oven waarin we pizza bakken op de hoogste stand – maar het is 900 graden koeler dan verwacht.
Wat betekent dit concreet? De hitte moet ergens naartoe kunnen ontsnappen, weg van de dagzijde, naar de eeuwige nachtzijde. Een magma-oceaan kan een beetje warmte transporteren, maar dat is niet genoeg.
- De kloof: Het temperatuurverschil wijst op een efficiënt transportsysteem voor warmte.
- De noodzaak: Alleen een dikke, gashoudende atmosfeer kan deze warmteverdeling verklaren.
- De implicatie: Zelfs planeten die te dicht op hun ster zitten, zijn de moeite waard om verder te onderzoeken.

Tidal Locking en de chemische erfenis
Nog een vreemde eigenschap van TOI-561 b: hij heeft een ‘tidal lock’, net als onze maan. Eén kant kijkt altijd naar de ster (eeuwige dag), de andere kant is in permanente duisternis.
Wat de samenstelling betreft, is de planeet ook een vreemde vogel. Hij heeft een lage dichtheid, wat doet vermoeden dat hij veel minder ijzer bevat dan de aarde. Hij draait om een ster die twee keer zo oud is als onze zon en arm is aan ijzer.
Astronomen speculeren dat **TOI-561 b een chemische fossiel is** uit de vroege dagen van ons sterrenstelsel. Zijn samenstelling kan ons inzicht geven in hoe de allereerste rotsachtige werelden werden gevormd, voordat onze lokale galactische wijk rijk werd aan zwaardere elementen.
Wat nu?
Dit soort ontdekkingen brengt ons terug bij de basis: de theorieën die we als vaststaand beschouwden, blijken contextgebonden. Als jij dacht dat je wist hoe planetenstelsels eruitzien, dan bewijst TOI-561 b dat de kosmos oneindig veel creatiever kan zijn.
Wat denk jij dat de belangrijkste les is die we hieruit kunnen trekken voor de zoektocht naar leven elders? De wetenschap is duidelijk: alles wat we nu denken te weten over exoplaneten moet mogelijk opnieuw worden bekeken.