Een internationale onderzoeksgroep, met onderzoekers van de University of Wollongong, heeft nieuwe aanwijzingen geleverd over het uitsterven van Homo floresiensis, de zogeheten "hobbits" vanwege hun geringe lichaamsgrootte. Deze kleine menselijke soort, ontdekt op het Indonesische eiland Flores, bewoonde lange tijd de Liang Bua-grot en verdwijnt uit het fossielenbestand rond 50.000 jaar geleden. Het recente onderzoek legt een sterk verband tussen langdurige droogte en het definitieve verlies van deze populatie.

Een lange aanwezigheid, een plotselinge verdwijning

De eerste vondsten van Homo floresiensis dateren van 2003, toen sporen in de Liang Bua-grot op het eiland Flores werden geïdentificeerd. Analyse van de laagopbouw in die grot toonde aan dat de soort daar ongeveer 140.000 jaar aanwezig was. Dit lange verblijf maakte de plotselinge verdwijning extra opmerkelijk en leidde tot veel debat over de oorzaken.

Onderzoekers hebben nu gegevens gecombineerd uit geochemische analyses van stalagmieten in de grot met onderzoek aan gefossiliseerde tanden van een dwergolifantachtige prooi die deel uitmaakte van het dieet van de hobbits. Die gecombineerde methode biedt een nieuwe kijk op de lokale klimatologische omstandigheden en hun impact op de voedselketen.

Bewijs van langdurige droogte

De chemische samenstelling van stalagmieten fungeert als een betrouwbare klimaatarchief. Door isotopen en trace-elementen te meten konden de wetenschappers de neerslagpatronen van het gebied reconstrueren. Die analyses laten zien dat er een uitgebreide periode van droogte plaatsvond tussen ongeveer 61.000 en 55.000 jaar geleden. Tegelijkertijd tonen de analysecijfers van de fossiele tanden veranderingen in vegetatie en voedingsketen die bij grote droogte passen.

Mike Gagan, erehoogleraar verbonden aan het onderzoek, vat de conclusie bondig samen: "Het ecosysteem rond Liang Bua werd aanzienlijk droger rond de tijd dat Homo floresiensis verdween." Hij benadrukt dat verminderde zomerregens en seizoensmatig opdrogende rivierbeddingen de beschikbaarheid van water en prooidieren ernstig aantastten.

Waarom de

Door de gecombineerde stress van schaarser water en afnemend wildvoedsel zouden de hobbits gedwongen zijn geweest grotere afstanden af te leggen op zoek naar hulpbronnen. Die beweging kan hun uiteindelijke lot hebben bezegeld, mogelijk door interactie met andere menselijke groepen of door overlijden door uitputting en honger.

Mogelijke rol van moderne mensen

Hoewel de hobbits ouder zijn dan de vroegste concrete aanwijzingen voor moderne mensen op Flores, wijzen archeologische en genetische gegevens erop dat Homo sapiens rond de periode van de verdwijning al door delen van de Indonesische archipel trokken. De combinatie van ecologische stress en contact met nieuwkomers kan samen hebben geleid tot de definitieve verdwijning van Homo floresiensis.

Gagan merkt op: "Het is goed mogelijk dat, toen de hobbits op zoek gingen naar water en prooi, ze moderne mensen tegenkwamen. In dat opzicht kan klimaatverandering het toneel hebben klaargemaakt voor hun uiteindelijke verdwijning." Deze verklaring brengt klimaatfactoren en mogelijke sociale interacties samen als complementaire oorzaken.

De studie gebruikt meerdere onafhankelijke bewijslijnen — geochemie van stalagmieten, paleontologisch onderzoek van prooidiervoer en archeologische context — om tot een samenhangend beeld te komen. Dit multidisciplinaire bewijs versterkt de plausibiliteit van de droogtetheorie als centrale oorzaak in het uiteindelijke verdwijnen van de hobbits.

Waarom de

Gevolgen voor begrip van menselijke evolutie

De casus van Homo floresiensis toont aan hoe gevoelig kleine, geïsoleerde populaties zijn voor omgevingsveranderingen. Het onderzoek benadrukt dat klimaatveranderingen, zelfs op regionale schaal, verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor soorten met beperkte geografische verspreiding en gespecialiseerde ecologische niches.

De bevindingen dragen bij aan het bredere debat over menselijke evolutie in Zuidoost-Azië en hoe interacties tussen soorten en milieucrises migratie, contact en uiteindelijke overleving beïnvloeden. Ze herinneren ook aan het belang van gecombineerde methoden: geochemische klimaatreconstructies en paleontologie samen leveren een vollediger beeld op dan elk afzonderlijk veld.

Onderwerp Belangrijkste gegevens
Locatie Liang Bua-grot, Flores, Indonesië
Periode aanwezigheid Ongeveer 140.000 jaar
Tijdstip van verdwijning Ongeveer 50.000 jaar geleden
Gedocumenteerde droogte Tussen circa 61.000 en 55.000 jaar geleden
Belangrijk bewijs Stalagmiet-geochemie en gefossiliseerde tanden van prooidieren

Samenvattend wijst het meest recente onderzoek op langdurige droogte als de belangrijkste ecologische trigger die het leefgebied van Homo floresiensis heeft uitgehold. In combinatie met mogelijke ontmoetingen met Homo sapiens vormt dit een overtuigende verklaring voor hun verdwijning uit het fossielenarchief.

Veelgestelde vragen

  • Wat zijn "hobbits" precies?

    Homo floresiensis, vaak informeel "hobbits" genoemd, is een uitgestorven mensachtige soort die opviel door een klein postuur en beperkte lichaamslengte. Fossiele resten werden ontdekt in de Liang Bua-grot op Flores.

  • Hoe weten wetenschappers dat er droogte was?

    Onderzoekers analyseren de chemische samenstelling van stalagmieten in grotten. Veranderingen in isotopen en sporenelementen geven inzicht in historische neerslagpatronen en kunnen langdurige droogteperioden aantonen.

  • Speelde menselijk contact een rol bij het uitsterven?

    Contact met Homo sapiens wordt als een mogelijke factor genoemd. Hoewel de droogte waarschijnlijk de belangrijkste aanleiding was, kan ontmoeting met moderne mensen de druk op de hobbits verder hebben vergroot.

  • Welke bewijstechnieken gebruikten de onderzoekers?

    De studie combineert geochemische analyses van stalagmieten met paleontologisch onderzoek van gefossiliseerde tanden van prooidieren en archeologische contextgegevens.