Stel je voor: een dier dat je alleen kent van tekenfilms en oude beschrijvingen, staat op het punt om terug te keren naar onze wereld. Het klinkt als sciencefiction, maar dat is precies wat een team wetenschappers nu probeert te bewerkstelligen met de dodo. Dit project gaat veel verder dan een simpele klonering. Het is een grensverleggende stap in de genetica, en de implicaties voor de natuur zijn enorm.
De dodo, iconisch geworden als symbool van menselijk falen, stierf rond 1681 uit op Mauritius. Zonder natuurlijke vijanden en door de komst van invasieve diersoorten, was het een tragisch einde. Maar nu, dankzij baanbrekende technieken, is er plotseling hoop.
Waarom de dodo geen Dolly is: het 'surrogaat'-probleem
Veel mensen denken meteen aan het klonen van de dodo, zoals we dat zagen met het schaap Dolly. Helaas, bij vogels werkt dat niet zo simpel. Klonen op die manier is simpelweg onmogelijk gebleken.

Wat Colossal Biosciences nu doet is veel complexer. Ze gebruiken geavanceerde genbewerkingstechnieken op levende verwanten van de dodo. Hierdoor kunnen ze de unieke genetische handtekening van de uitgestorven vogel nabootsen.
De Nicobartalig als genetische blauwdruk
De sleutel tot dit hele experiment ligt bij de Nicobartalig (Nicobar pigeon). Dit is de genetisch meest verwante levende vogel.
- Wetenschappers hebben al gekweekt op primordiale kiemcellen (de voorlopers van eicellen en sperma) van deze duif.
- Deze cellen kunnen nu genetisch gemanipuleerd worden om dodo-kenmerken te krijgen.
- De echte uitdaging? Een 'draagmoeder' vinden. Eieren van kippen of andere loopvogels moeten de gemanipuleerde embryo's dragen.
Wanneer zien we de eerste 'neo-dodo'?
Het enthousiasme is groot, maar we moeten realistisch blijven. Een perfecte dodo uit de 17e eeuw komt niet terug. Wat er hopelijk ontstaat, is een dier dat er genetisch en uiterlijk sterk op lijkt.
De tijdlijn die de firma noemt is optimistisch: vijf tot zeven jaar voor concrete resultaten. Maar in de wetenschap kunnen onvoorziene technische hobbels roet in het eten gooien. Denk aan ons Nederlandse weer; je planten gaan misschien prima, maar als de timing niet klopt, mislukt de hele oogst. Zo werkt het ook met deze complexe embryoprocessen.

De ethische kluif: doen we dit wel?
Dit project roept natuurlijk grote vragen op, zeker als je bedenkt hoeveel bedreigde diersoorten we nu al niet kunnen redden. Moeten we miljarden steken in een dier dat al 300 jaar weg is, terwijl duizenden soorten nu met uitsterven worden bedreigd?
Het verdedigingsargument van de ontwikkelaars is echter sterk: de technieken die ze nu ontwikkelen voor de dodo, kunnen in de toekomst cruciaal zijn om ernstig bedreigde diersoorten te helpen. Het is een soort 'proof-of-concept' voor het redden van biodiversiteit op emergente wijze.
Wat denk jij: is dit de toekomst van natuurbehoud, of een dure afleiding van urgentere problemen? Laat het ons weten in de comments!