Je hoort vaak genoeg over smeltende ijskappen, maar de situatie bij de Thwaites-gletsjer in Antarctica is anders. Deze reus wordt niet zomaar zachter; hij scheurt van binnenuit op een manier die wetenschappers nu pas echt goed in kaart brengen. We hebben het over een proces dat zo snel verloopt, dat het de wereldwijde zeespiegel drastisch kan beïnvloeden.
Als je denkt dat dit een probleem is voor over honderd jaar, dan heb ik slecht nieuws. De manier waarop dit gletsjerplatform afbrokkelt, creëert een zichzelf versterkende lus. Dat je dit nu leest, is belangrijk, want het geeft ons een kijkje in hoe snel zo'n ogenschijnlijk stabiele massa ijs zijn breekpunt kan bereiken – iets waar we in Nederland zeker rekening mee moeten houden met onze dijken.
Het kritieke ankerpunt dat nu faalt
De oostelijke ijsplaat van Thwaites, ook wel de 'Doomsday Glacier' genoemd, wordt op zijn plek gehouden door een soort onderwaterrug. Zie het als een steunpilaar onder een brug.
Wat onderzoekers van de International Thwaites Glacier Collaboration (ITGC) de afgelopen twintig jaar hebben gezien, is verontrustend. De structurele integriteit van die steunpilaar neemt snel af door toenemende scheurvorming. Ik heb de gegevens gezien: het is net alsof je langs een houten paal loopt terwijl er kleine barstjes van binnenuit naar buiten groeien.
De twee fasen van desintegratie
Wetenschappers die satellietbeelden van 2002 tot 2022 analyseerden, zagen dat het verzwakken niet geleidelijk ging, maar in sprongen van twee fases:

- Fase één: Er ontstonden lange scheuren langs de stroomrichting, sommige wel 8 kilometer lang. Deze scheurden bijna dwars door het hele platform heen.
- Fase twee: Daarna verschenen er talloze korte, kruisende scheurtjes. Dit verdubbelde de totale lengte van de barsten exponentieel.
Het is fascinerend – en angstaanjagend – om te zien hoe de totale lengte van de spleten van circa 165 km in 2002 naar maar liefst 336 km in 2021 groeide.
De feedbacklus die het proces versnelt
Het meest zorgwekkende resultaat dat uit dit onderzoek naar voren kwam, is de 'feedback loop'. Dit is geen simpel oorzaak-gevolg; het is een vicieuze cirkel.
Wanneer scheuren zich vormen, gaat het ijs sneller stromen, en die hogere snelheid oefent juist meer spanning uit, wat leidt tot nóg meer scheuren. Dit is precies wat GPS-apparatuur op het ijs tussen 2020 en 2022 onomstotelijk bevestigde.
Tijdens de winter van 2020 zagen de onderzoekers deze structurele veranderingen met een snelheid van zo’n 55 kilometer per jaar omhoog kruipen in het ijs. Dat is de snelheid waarmee een sneltrein door Nederland rijdt, maar dan in de structuur van het ijs zelf!
Een verschuiving in spanning
Wat ik opvallend vond tijdens het bekijken van de spanningskaarten, is hoe het ijs van karakter veranderde. Aanvankelijk stond het onder rekspanning (het strekte zich uit). Dat is nog te handelen. Maar sinds 2020 is het ijs rond het ankerpunt overgegaan in compressiespanning.

Dit betekent dat de structuur niet alleen meer uit elkaar wordt getrokken, maar ook actief wordt samengedrukt op een zwakke plek, wat leidt tot catastrofale breuken. Kortom: het ankerpunt heeft zijn stabiliserende functie volledig verloren.
Praktische implicaties voor ons klimaat
Dit is geen abstract probleem. De Thwaites-gletsjer alleen al bevat genoeg ijs om de zeespiegel wereldwijd met ongeveer 65 centimeter te verhogen. En gezien het feit dat de bodem onder dit gletsjerbed dieper wordt naarmate het verder landinwaarts gaat (een zogenaamde 'omgekeerde helling'), is de kans groot dat zodra de terugtrekking eenmaal is ingezet, deze onomkeerbaar wordt.
Onderzoekers schatten dat de ijslijn de komende 40 jaar met bijna één kilometer per jaar kan terugtrekken. In vergelijking met de zeespiegelstijging die we nu in de Lage Landen ervaren (denk aan die kleine reparaties aan de kustverdediging), is dit een compleet ander niveau van dreiging.
Het goede nieuws is dat de patronen die ze hier zien, mogelijk signalen zijn voor andere bedreigde ijsplaten wereldwijd. We leren nu hoe dit soort fatale processen beginnen, wat cruciaal is voor het valideren van toekomstige klimaatmodellen.
Hoe kijk jij hiernaar? Denken we nog genoeg na over de 'trage' rampen, of zijn we te gefocust op bedreigingen die we morgen al zien?