We hebben ze altijd als de koele, verre neven van Jupiter en Saturnus gezien: de ijsreuzen Uranus en Neptunus. De afgelopen decennia heeft de wetenschap ons verteld dat deze planeten voornamelijk uit water, ijs en vluchtige stoffen bestaan. Maar wat als die aloude classificatie niet klopt, en we het mis hebben over de ware aard van deze diepblauwe werelden?

Recent onderzoek werpt een schaduw over deze aanname. Het gaat hier niet om een klein detail; het raakt de fundamentele structuur van twee complete planeten. Net zoals je dacht dat je wist hoe je je hypotheek het slimst moest regelen, blijkt er plotseling een veel efficiëntere methode te zijn die je nog niet kende. Laten we kijken waarom experts nu twijfelen aan de term 'ijsdwerg'.

Het oude model werkt niet meer

Traditioneel verdelen we ons zonnestelsel netjes op: rotsachtig, gasvormig, en ijsachtig. Uranus en Neptunus vielen onder die laatste categorie. Dit betekende dat hun interne samenstelling veel water bevatte ten opzichte van zware, rotsachtige materialen. Simpel gezegd: we dachten dat ze vooral uit bevroren 'soep' bestonden.

Onderzoekers hebben echter een nieuwe, flexibele modelleringstechniek toegepast. In plaats van vast te houden aan te simpele natuurkundige processen, hebben ze iteratief gezocht naar structuren die tegelijkertijd voldoen aan hydrostatisch evenwicht én de bekende zwaartekrachtmetingen.

De

De schokkende bandbreedte van mogelijk materiaal

Wat dit nieuwe model opleverde, tart de verbeelding. De verhouding tussen gesteente en water in de modellen van Uranus varieerde van een magere 4% gesteente tot bijna 400% meer gesteente dan water! Neptunus toonde een vergelijkbare verrassende spreiding.

Dit betekent dat de kernen van deze planeten mogelijk veel dichter en rotsachtiger zijn dan we tien jaar geleden dachten. Het is alsof je een ijsklontje opensnijdt en ontdekt dat het voor de helft uit graniet bestaat.

Het magnetische veld als bewijsstuk

Het is frustrerend: de huidige data van sondes is simpelweg niet gedetailleerd genoeg om te bepalen welke van deze structuren de juiste is. Maar we hebben wel een sterke aanwijzing: het magnetische veld.

Beide planeten vertonen vreemde, scheefstaande magnetische velden, anders dan die van Aarde. Dit wordt veroorzaakt door convectie – het mengen van waterstof, helium en water in een elektrisch geleidende zone binnenin.

De

  • Bij Uranus eindigt deze geleidende ‘dynamo’-zone relatief vroeg: rond 69 tot 74 procent van de straal.
  • Neptunus heeft deze zone dieper, mogelijk tot 78 tot 92 procent van zijn straal.

Deze diepteverschillen in de geleidende lagen suggereren fundamentele verschillen in de onderliggende dichtheid en materiaalverdeling. Als de planeet meer gesteente bevat, verandert de manier waarop de warmte ontsnapt en de convectie werkt.

Wat dit concreet betekent voor onze kennis

Zonder een nieuwe missie is het gissen. Voor ons hier op Aarde, en zeker als je de weersvoorspellingen in Nederland volgt waar de seizoenen al grillig genoeg zijn, is dit een les in nederigheid. Zelfs de meest vaststaande 'feiten' in de astronomie kunnen met nieuwe rekenmethoden volledig op hun kop worden gezet.

De implicatie is duidelijk: we moeten de classificatie van Uranus en Neptunus heroverwegen. Misschien zijn het geen 'ijsdwergen' maar 'waterrijke intermediairen', of zelfs 'stenen kernen omhuld door een lichte mantel'.

Welke van deze twee extreme scenario's – een versteende kern of een bevroren oceaan – acht jij waarschijnlijker na het lezen van dit onderzoek? Laat het ons weten in de comments!