Nieuw onderzoek van NASA Langley, onder leiding van Norman Loeb, toont aan dat de aarde sinds het begin van deze eeuw geleidelijk donkerder is geworden. Analyse van satellietgegevens over tientallen jaren laat zien dat de hoeveelheid zonlicht die door het aardoppervlak wordt teruggekaatst afneemt. Dat betekent dat de planeet meer warmte vasthoudt — een schijnbaar kleine verandering die op lange termijn grote gevolgen kan hebben voor het wereldwijde klimaat.

Wat heeft de studie gevonden?

De onderzoekers vergeleken satellietwaarnemingen over de periode 2001–2024. De belangrijkste bevindingen zijn:

  • Het noordelijk halfrond dimt sneller dan het zuidelijk halfrond.
  • Het verschil in energiebalans tussen hemisferen bedraagt ongeveer 0,34 W/m² per decennium.
  • Deze verandering in reflectie is regionaal ongelijk verdeeld en sterk verbonden met verlies van ijs en sneeuw op het noordelijk halfrond.

Hoewel 0,34 W/m² per decennium op het eerste gezicht klein lijkt, werkt de klimaatmachine van de aarde langzaam en cumulatief: kleine, aanhoudende energieoverschotten kunnen leiden tot aanzienlijke veranderingen in cryosfeer, oceaanstromingen en weerpatronen.

Wat veroorzaakt het donkerder worden?

De studie identificeert drie hoofdmechanismen die samen bijdragen aan het afgenomen oppervlakreflectievermogen (albedo):

  • Tropische en polaire cryosfeerverlies: Smeltend zee- en landijs en terugtrekkende sneeuwbedekking verminderen het aandeel hoogreflecterend wit oppervlak. Wit sneeuw en ijs kunnen tot 90% van het zonlicht terugkaatsen; wanneer dat plaatsmaakt voor donker water of kale grond, neemt de absorptie van zonne-energie toe.
  • Afname van aerosolen: In delen van het noordelijk halfrond (Europa, Noord-Amerika, Oost-Azië) zijn luchtvervuilende deeltjes zoals stof en roet de afgelopen jaren afgenomen. Hoewel schonere lucht gunstig is voor de gezondheid, verminderde aerosolbelasting ook het vermogen van de atmosfeer om zonlicht te verstrooien en te reflecteren, wat bijdraagt aan een lagere albedo.
  • Beperkte compenserende rol van wolken: Veranderingen in wolkvorming en -gedrag blijken niet voldoende om het verlies aan oppervlakreflectie te compenseren. Wanneer zee-ijs of aerosolen veranderen, reageert het wolkendek slechts deels, waardoor een netto toename in geabsorbeerde zonnewarmte overblijft.

Regionale impulsen en tijdelijke tegenkrachten

Sommige gebeurtenissen kunnen tijdelijk het reflecterend vermogen verhogen. Grote bosbranden en vulkaanuitbarstingen sturen deeltjes hoog in de atmosfeer die zonlicht kunnen terugkaatsen. In het zuidelijk halfrond zorgden bijvoorbeeld de uitbarsting van Hunga Tonga en omvangrijke bosbranden in Australië voor tijdelijke pieken in reflectie. Zulke impulsen zijn echter vaak tijdelijk en compenseren niet de systematische afname veroorzaakt door cryosfeerverlies en schonere lucht op het noordelijk halfrond.

Gevolgen voor klimaat en weer

Extra geabsorbeerde zonne-energie beïnvloedt meerdere componenten van het klimaatsysteem:

  • Versneld smelten van Arctisch zee-ijs en berggletsjers.
  • Verlies van lente-sneeuwdek, met gevolgen voor zoetwatervoorziening en seizoenspatronen.
  • Veranderingen in oceaancirculatie die warmte transporteren tussen hemisferen.
  • Versterking van hittegolven en intensivering van stormen door gewijzigde temperatuur- en vochtprofielen.
  • Versnelde afsmelting van permafrost, met risico op methaan- en CO₂-uitstoot.

In het kort: het is geen plotseling, luid alarm, maar een aanhoudend signaal dat over decennia het klimaat kan kantelen op manieren die nu al zichtbaar worden in regio's waar ijs en sneeuw snel verdwijnen.

Wat kan worden gedaan?

De studie benadrukt dat sommige reacties contraproductief of schadelijk zouden zijn. Het toevoegen van aerosolen om de planeet sneller te laten reflecteren is geen aanvaardbare oplossing vanwege de schadelijke effecten op de gezondheid en omdat het een tijdelijke maatregel is.

Pragmatische en duurzame stappen omvatten:

  • Vermindering van broeikasgasuitstoot — met name CO₂ en methaan, omdat deze gassen lang in de atmosfeer blijven.
  • Bescherming en herstel van ijs- en sneeuwrijke ecosystemen om lokale albedo-effecten te behouden.
  • Verbeterde klimaatmodellen die nauwkeuriger rekening houden met de interacties tussen aerosolen, wolken en oppervlakreflectie.
Onderdeel Belangrijkste uitkomst
Periode 2001–2024
Hemisphere verschil 0,34 W/m² per decennium
Hoofdoorzaken Smeltend ijs/sneeuw, minder aerosolen, beperkte wolkencompensatie
Aanbevolen acties CO₂- & methaanreductie, ecosysteemherstel, verbeterde modellering

Waarop moet worden gemonitord?

Voor de komende jaren zijn er duidelijke indicatoren die nauwlettend gevolgd moeten worden:

  • Arctische zee-ijs: dikte en oppervlakte
  • Voorjaarssneeuwbedekking op het noordelijk halfrond
  • Veranderingen in oppervlaktehelderheid (albedo)
  • Patronen in oceaanstromingen en warmteverplaatsing
  • Tijdelijke aerosol-impulsen door bosbranden en vulkaanuitbarstingen

Veelgestelde vragen

1. Waarom is 0,34 W/m² per decennium belangrijk?

Dat getal lijkt klein, maar klimaatprocessen reageren gevoelig op langdurige energieverschillen. Over meerdere decennia kan zo'n constante toename in geabsorbeerde energie leiden tot significante veranderingen in ijsmassa, zeespiegel en weerextremen.

2. Kunnen wolken dit effect niet eenvoudigweg opvangen?

Wolken spelen een rol in het stralingsbudget, maar de studie laat zien dat hun respons niet sterk genoeg is om het verlies aan oppervlakreflectie volledig te compenseren. Wolken veranderen op manieren die vaak beperkt zijn door lokale en atmosferische omstandigheden.

3. Zijn tijdelijke aerosolpieken, zoals na vulkaanuitbarstingen, nuttig?

Dergelijke pieken kunnen de reflectie tijdelijk verhogen en voor kortdurende verkoeling zorgen, maar ze zijn geen structurele of veilige oplossing vanwege neveneffecten en beperkte duur.

4. Wat is de meest effectieve lange-termijnstrategie?

Het verminderen van broeikasgasemissies, gecombineerd met het behoud en herstel van ijs- en sneeuwgebieden en betere klimaatmodellering, biedt de meest duurzame route om het albedoverlies en de bijbehorende risico's te beperken.

De bevindingen onderstrepen dat het klimaat niet alleen gevoelig is voor concentraties van broeikasgassen, maar ook voor veranderingen in hoe de planeet zonlicht reflecteert. Het versneld dimmen van het noordelijk halfrond is een belangrijk signaal dat beleid, monitoring en wetenschappelijk begrip vereist om de langetermijngevolgen te beperken.